In de Spits (zie pagina 5)
http://digi.spitsnet.nl/2008-08-13/1024/
Eenvandaag 15-08-2008
We hebben het de afgelopen dagen mee mogen maken, een bekenende een ontkennende en een “ik ben veranderd” Duyvendak. Maar hoe zit het nou werkelijk?
Lees het boek RaRa wie ben ik!
Hieronder alvast een inleiding.
RARA WIE BEN IK?
HET WARE GEZICHT ACHTER WIJNAND DUYVENDAK.
Inleiding
Wijnand Duyvendak: een Kamerlid dat ervoor gáát, een man met hart voor het milieu en gevoel voor sociale rechtvaardigheid. Hoe kun je nou kritiek op hém hebben? Al die gemene politici en andere doorgedraaide volksmensen blijven hem maar bestoken met belachelijke praatjes, leugens, fabels en scheldkanonnades. Hoe dúrven ze! Onze Wijnand is toch altijd ten strijde getrokken tegen terroristen binnen zijn eigen beweging! Met gevaar voor eigen leven! Of niet dan?
Nee dus. Want hij was zelf een van de grootste radicalen binnen zijn eigen kringen. Hij gooide stenen in de Amsterdamse Vondelstraat, brak in bij militaire objecten, legde blokkades bij Shellgebouwen, riep op tot moord, ketende zich vast aan de vliegtuigen op Schiphol en hij liegt
er ook nog over. Sinds mei 2002 zet hij zijn strijd voort als Tweede Kamerlid van GroenLinks. Hij zit op het Haagse pluche, maar zijn verleden kan hij niet uitwissen.
Anton Johan Wijnand Duyvendak, op 30 november 1957 geboren te Markelo, is een uiterst intelligent en politiek zeer gedreven man met een kleurrijke levensloop. Hij is een strateeg die door de jaren heen zijn voetsporen heeft achtergelaten binnen de netwerken van Eco Nostra. Een net werk dat als een schimmige octopus zijn tentakels, zijn ware doel- en samenstelling en zijn diverse activiteiten zoveel mogelijk verborgen houdt. Eco Nostra is te vergelijken met een spekkoek die bestaat uit verschillende lagen die samen één product vormen. In andere woorden: op verschillende maatschappelijke niveaus wordt gewerkt aan een gezamenlijk politiek programma. De spreek woordelijkekoek bestaat uit verschillende lagen:
1. De bestuurlijke elite (PvdA, GroenLinks, de Socialistische Partij, een verdwaalde CDA’er of VVD’er, universitaire besturen, kerken, vakbonden, hoge ambtenaren enzovoort);
2. De goedaangeschreven non-gouvernementele organisaties (NGO’s) die banden hebben met de – vooral linkse – politiek (Natuur en Milieu, het Transnational Institute, Greenpeace, Pax Christi,
Novib, VluchtelingenWerk enzovoort);
3. De middenstanders onder de NGO’s (XminY, Milieudefensie, A Seed, Wise, Waddenvereniging, Milieu-Offensief enzovoort);
4. De hooligans onder de NGO’s (Onkruit, GroenFront!, antiglobalisten, Anti-Fascistische Actie enzovoort);
5. De ondergrondse cellen zoals RaRa en het Dierenbevrijdingsfront.
In zijn carrière heeft Duyvendak deel uitgemaakt van verschillende lagen binnen de spekkoek: als student op de Universiteit van Amsterdam; als fanatiek kraker in Amsterdam; als dief, inbreker en saboteur bij Onkruit; als invloedrijk redacteur bij het anarchistische blad Bluf!; als bestuurslid van de alternatieve uitgeverij Ravijn; als radicaal antiapartheidsactivist bij SuZA; als milieuactivist bij ‘Amsterdam autovrij’ en Milieudefensie; en uiteindelijk als parlementariër van GroenLinks.
Direct en indirect is hij verantwoordelijk voor honderden miljoenen euro’s aan schade. Hij was een belangrijke mentor voor terreurgroepen. Via het anarchistenblad Bluf! wist hij zijn strategie van sabotage, chantage en geweld over te brengen op generaties radicalen in ons land. Veel methoden en tactieken die zij vandaag de dag hanteren komen in belangrijke mate uit zijn koker. Net als Volkert van der Graaf, de moordenaar van Pim Fortuyn, werd Duyvendak verdacht van lidmaatschap van een radicale groepering. Volkert was lid van de Ziedende Bintjes, een groepering die genetisch-aangepaste gewassen vernielde, en Duyvendak stond op een lijst van RaRa-verdachten. Deze Revolutionaire Anti Racistische Aktie was een terreurgroep die door middel van brand- en bomaanslagen voor honderden miljoenen euro’s aan schade veroorzaakte. Volkert kon jarenlang zijn gang gaan. Zijn misdadige inslag kwam pas bovendrijven toen hij een misdaad pleegde en op heterdaad werd betrapt. Hetzelfde geldt voor Duyvendak.
Daarnaast bestonden er andere verbanden tussen de activiteiten van beiden. Milieudefensie, waar Duyvendak directeur was, werkte nauw samen met Volkerts Milieu-Offensief.
Wanneer Duyvendak wordt aangesproken op zijn radicale verleden, draait hij als een paling in een emmer snot. De ene keer blikt hij trots terug op zijn vernielingen, de andere keer zegt hij altijd tegen geweld te zijn geweest. ‘Geweld tegen personen heb ik altijd veroordeeld.’
In een derde geval veroordeelt hij geweld tegen de politie (…) Geweld heeft (…) de politiek in de goede richting geduwd,’ aldus Duyvendak. En: ‘[W]e hebben wél iets toegevoegd aan de politieke praktijk in Nederland. De directe acties, het zelf handelen, “jullie rechtsorde is de onze niet”, het is voor veel mensen vanzelfsprekender geworden.’
Duyvendak spreekt uit eigen ervaring. Vanaf het begin van zijn loopbaan leverde hij samen met zijn achterban slag met de politie en de inlichtingendiensten. Daarbij werd geweld niet geschuwd. Menig politiefunctionaris moest met ernstige verwondingen worden afgevoerd. Ook hun gezinnen werden bedreigd. Een voormalige functionaris van de politie-inlichtingendienst vertelde in 1996: ‘Wijnand Duyvendak is groot geworden in de Amsterdamse kraakbeweging. In die periode schroomde hij niet om geweld te gebruiken. Hij is de uitvinder van het onherkenbaar actievoeren: het gezicht bedekken met helm of bivakmuts zodat je niet kan worden herkend. Hij vond ook dat een individuele actievoerder maar een klein beetje van de totale organisatie moest afweten. Bij aanhouding kon de politie zo nooit de hele organisatie in kaart brengen’.
In Duyvendaks eigen woorden: ‘We wonnen politieke debatten, versloegen de ME [Mobiele Eenheid van de politie – PS], wisten panden te behouden. Tegelijkertijd werden andere groepen
enthousiast over onze politieke houding, en wij deden dan weer mee aan de acties die zij vervolgens organiseerden. De autoriteiten waren soms in paniek. Ze waren verrast en wisten zich geen raad. We beseften zeer bewust onze kracht. Misschien is zelfbewustzijn noodzakelijk om er zo hard tegenaan te kunnen gaan.’
Tja, het kan verkeren. In een artikel in NRC Handelsblad over antiglobalistische rellen stelt hij: ‘Ik vind maoïsten eng. En mensen met bivakmutsen ook.’
Maar dit waren slechts incidenten in vergelijking met de ongekende brutaliteit waarmee Duyvendak en zijn maten terugsloegen wanneer de politie of inlichtingendiensten hun te dicht op de hielen zaten. Hoe dat gebeurde leest u uitgebreid in dit boek.
In al zijn perikelen waren Ties Prakken en Herman Pieter Bakker Schut zijn huisadvocaten. Zij zijn links-radicale juristen wier praktijk is overgenomen door Britta Böhler, de advocate van Pim
Fortuyns moordenaar Volkert van der Graaf. Mede door Prakken en Bakker wist Duyvendak vele malen op het randje van de wet te balanceren of op succesvolle wijze de overheid aan te spreken op procedurefouten.
Momenteel zijn er heftige discussies gaande over de definitie van terrorisme. Duyvendaks partij GroenLinks gaat het debat hierover uit de weg. Logisch wanneer men beziet dat Kamerleden zoals Duyvendak binnen hun gelederen huizen. Maar kan en mag een politicus met een strafblad en een extremistisch verleden plaatsnemen als volksvertegenwoordiger in de Tweede Kamer? Dit soort mensen heeft traditiegetrouw een dubbelhartige positie ten opzichte van terrorisme en helpt niet mee aan een succesvolle aanpak. Er is zelfs een tijd geweest dat GroenLinks de opheffng van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) nastreefde. Ze hebben het liever over de reactie van overheden op het terrorisme dan over het terrorisme zelf.
Ik wil niet de illusie wekken dat dit een complete biografie van Wijnand Duyvendak is. Zijn directe privé-leven heb ik buiten beschouwing gelaten. Het gaat erom een portret te schetsen van de over de vraag waarom een parlementariër die blijft liegen over zijn criminele – terroristische – verleden welkom blijft op het Binnenhof. Mijn doel is zijn dubieuze ontkenningen aan de kaak te stellen en de vraag op te werpen: mogen we deze kat nog langer op het Haagse spek binden? Collega’s uit zijn Bluf!-periode, die nog steeds betrokken zijn bij Bluf!-achtige praktijken, weten hem te vinden op het Binnenhof en lopen de Kamer in en uit. Alsof Bin Laden het Witte Huis bezoekt!
Voor alle duidelijkheid noemen wij nog even de definitie uit Van Dale van terrorisme: ‘Het gedwee maken of demoraliseren van een bevolking door daden van terreur met een politiek oogmerk.’ Terreur is volgens Van Dale: ‘Georganiseerde geweldpleging ter bereiking van
politieke doelen.’ Hou deze definities tijdens het lezen van dit boek in het hoofd.
Peter Siebelt, oktober 2003